Van Binnen naar Buiten – in de pers

In De Bonjo, dat is een krant over strafrecht en detentie die zes keer per jaar verschijnt,  staat een twee-pagina-groot artikel over Van Binnen naar Buiten!
Blij mee.
01d8dd06f246516fc4eff6065f44b82a0c98851c36
De Losse tekst:

Van Binnen naar Buiten,
een portretproject in P.I. Almere

door Hein Walter

We komen eens per maand. We zijn er inmiddels aan gewend dat we ons moeten legitimeren, dat we onze telefoon in de kluis moeten leggen, dat we geld, sleutels, riem in het bakje moeten leggen voordat we door het detectiepoortje gaan – meestal gaat de piep toch en zijn we iets vergeten: een kettinkje, een muntje in een achterzak of een schoen waarin metaal zit. Rond kwart over negen zijn we boven, in de bieb van P.I. Almere.

De gedetineerden worden door de geestelijk verzorger goed ingelicht over het project, dus ze begrijpen waaraan ze beginnen. De kennismaking is altijd naturel; soms zie ik een lichte spanning in hun gezicht of in hun bewegingen. Het is natuurlijk ook niet niks wat ze gaan doen: anderhalf uur met een vreemde praten over hun leven.

Wij zijn met ons twee. AnkhA van den Berg en ik voeren allebei tegelijkertijd een gesprek. Dat is de meest efficiënte manier. We voeren de gesprekken in de bibliotheek van de P.I. met alleen de aanwezigheid van de bibliothecaris. Er is afgesproken dat er altijd zicht is op de gedetineerden en dat de bewaking vlakbij op de gang is. We hebben ons gelukkig nooit onveilig gevoeld, maar dat er toezicht is, is een prima afspraak.

We zijn als team met z’n tweeën. Ook al is de opzet en inzet gelijk, onze stijl is vanzelf verschillend. En ook maakt het natuurlijk veel verschil of het gesprek tussen twee mannen wordt gevoerd of tussen een man en vrouw. Daarom maakt het uit wie met wie in gesprek gaat. Meestal laten we de gedetineerden kiezen, soms laten we het lot bepalen.

Als het gesprek is begonnen, gaan we meteen de diepte in. Anderhalf uur is kort en de gedetineerden weten waaraan ze begonnen zijn, dus we nemen geen tijd voor gebabbel. Opmerkelijk genoeg vertrouwen de gedetineerden ons meestal snel en vinden ze het ook fijn om vrijuit over hun leven te praten. Ze bedanken ons na afloop altijd voor het gesprek.
Het is prettig als de gedetineerde kan reflecteren over de loop van zijn leven, maar dat is geen voorwaarde en dat is ook niet altijd het geval. Sommige jongens zijn boos over hun straf en voelen zich in de steek gelaten door het rechtssysteem, en als je de verhalen van de gedetineerden mag geloven, dan is dat gevoel niet misplaatst. Toch zullen ze met de situatie moeten dealen. Wij stellen in ieder geval veel vragen in de hoop dat ze van aan afstandje naar hun leven kunnen kijken en misschien anders over zichzelf gaan denken. Onze grondhouding is daarbij essentieel: we doen ons best om zonder oordeel te luisteren. Kritisch is oké, veroordelen is dat niet.

We maken ook foto’s van de gedetineerden – we mogen een camera mee naar binnen nemen. De foto’s zijn nodig voor het poëtisch portret dat we uiteindelijk maken. Dat bestaat uit twee delen: een portret in taal, geschreven in de ik-vorm, waarin we zo goed mogelijk in de huid kruipen van de gedetineerde en woorden geven aan zijn leven en aan zijn innerlijke stem. Die stem is eerlijk en recht door zee! Het kan confronterend zijn voor de gedetineerde om te lezen wat ie wel al wist, maar nog nooit zo onder woorden had gebracht.

Zijn foto staat naast de geschreven tekst. Het geheel wordt vormgegeven en afgedrukt op 40 x 50 cm. De foto is vaak ook confronterend. Sommige van hen kijken namelijk letterlijk liever niet in de spiegel, omdat ze dan iemand zien waar ze niet bepaald trots op zijn.
Als ze hun portret krijgen, hun diploma voor de samenleving zoals wij het beschouwen, dan is dat vaak een emotioneel moment. Ze zijn trots en dankbaar en geraakt, alles tegelijk.

Het tweede deel van het project vindt plaats in school. Met de anonieme tekst gaan we de klas in, bovenbouw middelbare school. We vertellen over het project en laten het portret lezen. Leerlingen van die leeftijd weten wel veel van de wereld, maar het gevangenisleven staat toch erg ver van hen. Eigenlijk hebben ze er geen beeld van.
Als ze de opdracht krijgen om een tekening te maken bij een portret, dan vinden ze dat in eerste instantie erg moeilijk, maar toch lukt het ze. En door het tekenen verplaatsen ze zich in de geportretteerde. Mooi om te zien is dat de leerlingen iets moois voor hen willen maken. Ze kiezen vrijwel allemaal een positieve benadering.

De tekeningen werken we uit tot digitale posters – met tekst. De gedetineerde krijgt alle posters te zien en hij mag er vervolgens één uit kiezen. Die wordt gedrukt in kleine oplage, op 60 x 80 cm. De gedetineerde krijgt er een, de P.I. de school en de leerling.
De waarde voor de gedetineerde ligt vooral in het gegeven dat mensen buiten de P.I. zijn verhaal nu kennen, zich met zijn leven hebben bezig gehouden. Niet de sensationele kant van zijn leven, maar de genuanceerde overwegingen, zoals de twijfels en de verwachtingen. Zijn leven is blijkbaar belangrijk genoeg, dat is de boodschap die in het project zit verborgen.