Een project in samenwerking met de protestantse gemeente De Drieklank in Almere Buiten.
Fonds Kerk en Wereld ondersteunt het project.
We hebben concepten ontwikkeld voor de vijf hoogtepunten van het kerkelijk jaar.
Hoogtijdagen
Er zijn in het jaar vijf momenten die bij uitstek geschikt zijn voor een nieuw impuls.
– 11 november, het feest van Sint Maarten
– Kerstmis
– Veertig Dagen tijd/Vastentijd
– Pasen
– Eind van het kerkjaar/begin van de vakantieperiode
Dat zijn momenten waarin mensen wat nadrukkelijker zoeken naar bezinning. We hebben juist deze momenten gekozen voor een nieuw impuls
Sint Maarten
Almere is een stad waar Sint Maarten veel gevierd wordt. De kinderen lopen die dag ’s avonds langs de deuren, zingen een liedje en krijgen snoep. Tegelijk zijn er maar weinig kinderen die weten wat de oorsprong is van het verhaal.
Stichting De Zijderups en De Drieklank hebben beide goede contacten met verschillende Almeerse scholen. We benaderen vier scholen voor deelname. En we schrijven een lesbrief die door andere scholen kan worden opgepakt.
Rianne Veenstra en Hein Walter gaan afzonderlijk van elkaar naar twee scholen en geven daar lessen aan verschillende klassen over Sint Maarten. In die les vertellen ze over de oorsprong van het verhaal en ze hebben een korte discussie met de klas over hoe moeilijk of makkelijk het is om onze welvaart met anderen te delen.
Vervolgens krijgen de kinderen de gelegenheid om een tekening te maken. Sommige kinderen zullen het verhaal van Sint Maarten letterlijk nemen en een ridder op een paard tekenen. Andere kinderen zullen een manier vinden om armoede en rijkdom te tekenen.
Ze tekenen op A5 formaat, op 200 grams tekenpapier, met goede materialen – fineliners, pastelkrijt, kleurpotloden en stiften. De scholen beschikken over tekenmaterialen, maar dat zijn over het algemeen spullen van een mindere kwaliteit. Wij nemen tekenspullen mee met de kwaliteit voor kunstenaars. Daarmee werk je fijner en de kwaliteit van de kleuren en lijnen wordt ook beter.
We maken ansichtkaarten, die de kinderen hadden kunnen uitdelen – als ze langs de deuren gingen.
Maar helaas, door Corona ging dat laatste niet door.
Kerstmis
Hein Walter schrijft in nieuwe woorden – als een theaterstuk – het traditionele Kerstverhaal. De figuren die een rol spelen in het Kerstverhaal krijgen tekst: Maria en Jozef, de herbergier en zijn vrouw, Herodes, de herders, de drie koningen en de engelen. Het kindje Jezus krijgt geen tekst, maar komt wel in beeld. Er is ook een verteller.
We zoeken mensen in Almere Buiten (leden van de kerk, en ook niet-leden) die een rol willen spelen in dit Kerstverhaal.
Rianne Veenstra en twee gepensioneerde vrijwilligers, gaan op bezoek bij de mensen thuis die deelnemen aan het verhaal. Ze lezen de tekst – een soort autocue, met grote letters op een vel papier buiten beeld – en dat spel wordt opgenomen. Met de telefoon of met een camera als we die kunnen lenen.
Al die stukjes opnames monteren we zodanig, dat het één filmopname wordt, van naar verwachting zo’n 15 minuten.
Die film vertonen we tijdens de Kerstdienst op een groot scherm in de kerk. De hoofdrolspelers zijn speciale gasten tijdens de dienst. We leggen een rode loper neer, zoals dat bij premières gebruikelijk is.
Na Kerstmis zetten we de film online, zodat ook anderen de kerstfilm kunnen bekijken.
We doen geen make-up, geen verkleedpartijen, maar we filmen de mensen zoals ze zijn, in hun eigen leefomgeving. De vervreemding van de situatie en herkenning van het verhaal, hebben tot gevolg dat het verhaal dichtbij komt, op een andere manier dan we gewend zijn.
We gaan op zoek naar een variëteit van mensen: mensen die niet in staat zijn om zelfstandig naar de kerk te komen, nieuwe Nederlanders, jongeren, ouderen, vrouwen, mannen.
Veertig dagen tijd/Vastentijd
Op 21 februari 2021 valt de eerste zondag in de Veertig dagen tijd. Er zijn in totaal zes zondagen tot aan Pasen.
We maken voor elke zondag een poëtisch portret van een Almeerder. Centraal staat het antwoord op de vraag: hoe ziet een goed leven eruit. Iedereen zal daar een eigen invulling aan geven.
Hein Walter, beeldend kunstenaar, ook dichter en portretdichter, gaat in gesprek met zes verschillende mensen. Rianne Veenstra selecteert de mensen en benadert hen.
Elk gesprek duurt zo’n twee á drie uur. Het is geen interview, maar een gesprek over levensvragen en -wandel. Waarden, talenten, uitdagingen, verwachtingen, mislukkingen, verdriet en geluk. Al dit soort onderwerpen komen aan de orde.
Hein schrijft vervolgens een poëtisch portret in zo’n 20 regels.
Bij het geschreven portret staat ook een foto. Samen vormen ze het poëtisch portret, dat wordt afgedrukt en ingelijst in de maat 40 x 50 cm.
Elke zondag wordt er een nieuw portret gepresenteerd. Het portret wordt voorgedragen tijdens de dienst en is ook onderwerp in de toespraak.
Het portret krijgt vervolgens een plek in de kerk.
Aan het einde van de veertigdagentijd hangen er zes portretten, die allemaal op een eigen manier vertellen van het goede leven. Een gelukkig getrouwde man of vrouw, iemand die een kind verloren heeft, een nieuwe Nederlander die met achterlating van het oude leven een nieuwe toekomst moet opbouwen, iemand met een TBS achtergrond, een zieke,…. Kortom, verschillende mensen, die allemaal op hun eigen manier hun keuzes hebben gemaakt.
Die portretten zijn functioneel, in die zin dat iedereen zich aan die portretten kan spiegelen.
Hein Walter schrijft de portretten, maar het portret is pas af als de geportretteerde er akkoord mee gaat. Er moeten geen dingen in staan, die ongemakkelijk zijn voor hem of haar. Het kan confronterend zijn, ontroerend, kalm of heftig, maar nooit tegen de wil of wens van de geportretteerde.
Aan het eind van het kerkelijk jaar krijgen de geportretteerden hun portret.
Pasen
Binnen de katholieke kerk bestaat de traditie van De Kruisweg. Binnen de protestantse kerk staat de lijdensweg van Christus natuurlijk ook centraal, maar is die traditie van De Kruisweg niet gebruikelijk. We hebben een manier gevonden om deze traditie in een nieuwe vorm te introduceren.
We gaan samenwerken met leerlingen van plusklassen van verschillende basisscholen. Dat zijn leerlingen met een hoog IQ die een ander lesprogramma volgen dan de rest van de klas. Dat zijn kinderen die over het algemeen al behoorlijk wat levenservaring hebben opgedaan.
Hein Walter gaat met veertien kinderen werken, allemaal één of één.
Hein Walter heeft verschillende keren een Kruisweg geschreven. Een van die cycli is op muziek gezet en wordt regelmatig uitgevoerd. Ook worden zijn teksten in verschillende kerken als overwegingen in de Goede Week uitgesproken.
Zijn benadering van De Kruisweg is dat hij de verschillende staties vertaalt naar het persoonlijke leven van gewone mensen. Ieder mens maakt in zijn of haar leven momenten mee van tegenslag. In die zin zou je ieders leven een Kruisweg kunnen noemen.
Hein gaat met de kinderen in gesprek over een statie, zodat ze allemaal één statie hebben besproken. Elk gesprek gaat over de kern van die ene statie in relatie tot hun eigen leven, hoe kort dat leven relatief nog is.
Vervolgens maken ze een tekening over die statie.
Hein neemt alle tekeningen mee naar huis en schrijft een KinderKruisweg op basis van de tekeningen.
De tekeningen en teksten worden ingelijst en tentoongesteld in de kerk. Er wordt een moment in het Paasweekend of de week ervoor gekozen om de staties voor te dragen tijdens een bezinningsdienst.
Er wordt een boekje gedrukt in oplage van 500 stuks, met de veertien staties en de teksten. De kinderen die aan het project hebben deelgenomen, krijgen allemaal tien exemplaren, de scholen krijgen een aantal stuks en ook een aantal actieve kerkgangers.
Er wordt ook een digitale versie gemaakt en die wordt op Facebook gedeeld.
Eind van het kerkelijk jaar/begin van de vakantie
Met dit laatste project maken we een verbinding naar het nieuwe jaar en houden we letterlijk en figuurlijk contact met de basis van een goed leven: thuis! Almere is onze woonplaats, ons thuis. Waar we in de vakantie ook naartoe mogen gaan, welke avonturen we ook allemaal meemaken op reis, we komen altijd weer thuis! We komen thuis in ons eigen huis, en ook de kerk is een thuis.
We geven alle mensen die in de kerk komen een envelop. Ook de kinderen van de deelnemende scholen en alle mensen die in het afgelopen kerkjaar betrokken zijn geweest. De envelop is speciaal ontworpen in een oplage van 2500 stuks. Op de envelop staat de titel van het project en het adres van de kerk. In de envelop zit een briefje met informatie over het project. De vraag aan de mensen is om op vakantie een klein steentje te pakken uit het gebied waar ze zijn. De vraag is om het gebied/stad of land te benoemen waar het steentje is gevonden en ook de naam van de afzender.
In de kerk worden alle steentjes verzameld en gedocumenteerd (foto, land en afzender).
Aan het eind van de vakantie wordt een plaat gegoten van cementbeton en als die plaat half gedroogd is, worden alle steentjes in het beton gedrukt. Als hij droog is, wordt hij neergelegd bij de voordeur. Bij de voordeur komt informatie gehangen over het project. Daar zijn ook alle namen van de gebieden te vinden waar de steentjes vandaan komen. Er komt daar ook een wereldkaart, met stippen om inzichtelijk te maken waar alle steentjes vandaan komen, en waar mensen naartoe zijn gereisd.